Tweenzaamheid

Dit bericht verscheen oorspronkelijk op 27 februari 2013

Ik open de deur en loop naar buiten. De koude wind begroet me met een kille aanraking. Ik sluit de deur en zonder me daarmee even af. Onder mijn muts luister ik muziek. De soundtrack van de allereerste Tomb Raider-game. Vanaf nu is het alleen ik en mijn iPod.

Met iedere pas die ik zet lijk ik er eentje verder terug in de tijd te zetten. Vanaf de eerste noten van de melodie van het themalied begeef ik me weer in die wereld van weleer. De compositie is minimaal en overdonderend tegelijk. Riedeltjes worden herhaald en minimaal aangepast. Ik hoor een pianolijn die ik nog niet eerder bemerkte. Strijkers zwellen aan om de spanning op te voeren, nerveus gepluk op een harp. Ik kijk achterom maar zie niemand; de voetstappen die ik hoorde waren mijn eigen, vervormd door de muziek in mijn oren.

Ik voel me alleen, op een prettige manier. Niets of niemand stoort me. De muziek die mijn wandeling veraangenaamt roept levendige herinneringen op aan tijden van weleer. Memorabele reeksen van noten zijn gekoppeld aan specifieke locaties binnen het spel. Ik luister naar het themalied van St. Francis Folly en zie die grandioze hal voor me, en beeld me in hoe het voelde om hier de eerste digitale stappen binnen te zetten terwijl het thema me besluipt vanuit de luidsprekers.

tr1_05_02

De lege gaten in de muziek wekken terecht een gevoel van eenzaamheid op, een gevoel dat resoneert om me heen. Ik wandel over een industrieterrein in aanbouw, waar bouwputten en prille bedrijfshallen het in oppervlakte afleggen tegen een zee van groen.  Tomb Raider is eenzaamheid, zoals ook gamen voor mij eenzaam is. We praten erover met elkaar – ‘waar ben jij nu?’ – maar zitten uiteindelijk alleen voor onze televisieschermen.

In Tomb Raider ben ik ook alleen. Mijn enige constante metgezel is de muziek, atmosferisch op de achtergrond aanwezig. Het is in het spel de enige kompaan waar ik op kan rekenen. Elke kamer die ik binnenstap wordt voorzien van een begeleidende partituur. Het speelt met mijn gemoed; ik schommel heen en weer tussen alertheid en vals vertrouwen.

Op de open stukken waar ik wandel voel ik de wind snijden op mijn gezicht en op het stuk arm tussen mijn handschoen en jas. Mijn trouwe reisgenoot weerklinkt nog steeds in mijn oren. De soundtrack is afgelopen en wordt opgevolgd door die van Anniversary, een hommage aan het oorspronkelijke spel, verschenen op diens tiende verjaardag. De muziek klinkt als een oude bekende, als oude herinneringen. Het is alsof iemand mijn geschetste herinneringen nam en ze inkleurde; ik herken het, maar het is anders. De veelzeggende leegtes zijn subtiel maar wel degelijk gevuld. Het is minder eenzaam dan zijn voorganger.

Met de wisseling van de wacht nader ik het einde van mijn wandeling, waarmee ik ook mijn zelfverkozen eenzaamheid voor even achter me laat. Ik open de deur, en er wacht warme koffie op me.

Plaats een reactie